- Spreker
- Olaf Schuiling
- Wanneer
- 24 jan 2009
Het stijgende CO2-gehalte van de atmosfeer zorgt voor een broeikaseffect met rampzalige gevolgen: daar is steeds minder twijfel over. Kunnen we dat gevaar bezweren? Het antwoord is: ja, natuurlijk! De natuur beperkt het CO2-gehalte van de atmosfeer door verweringsprocessen. Vulkanisme brengt steeds nieuwe CO2 in de atmosfeer. Verwering van bijvoorbeeld basalt haalt de CO2 daar weer uit, en legt deze vast in omzettingsproducten zoals krijt, kalksteen, en dolomiet. Enorme gebergtes, zoals de Dolomieten in Italie, zijn daarvan het resultaat. Een veel kleiner deel van de atmosferische CO2 komt in aardolie en steenkool terecht. Toch zit het probleem juist in dat veel kleinere deel. Doordat we voorraden die in honderden miljoenen jaren zijn opgebouwd, in luttele decennia terugbrengen in de atmosfeer, kan moeder natuur de toestroom niet bijbenen. Tenzij we haar een handje helpen. Als we nu snel verwerend gesteente op industriele schaal aan de aardoppervlakte brengen, dan kunnen we op natuurlijke wijze het CO2-overschot uit de atmosfeer krijgen. Het meest geschikt is gesteente dat het mineraal olivijn bevat. Dat kan moeiteloos grootschalig gedolven worden in open mijnen. De olivijn wordt gemalen en lokaal in de vorm van fijn zand uitgespreid. Het levert flink wat werkgelegenheid op in tropische landen en zorgt voor verbetering van de bodem. Deze natuurlijke manier van CO2-opslag, die zeer duurzaam is, is tot tien maal goedkoper dan het opslaan van CO2 in leeggepompte gasvelden. Over deze laatste methode wordt veel gesproken. Maar olivijnmijnbouw heeft de toekomst… Momenteel loopt een grootschalig experiment in de Noordoostpolder. Kom luisteren naar dit fascinerende verhaal!