Neanderthalers stierven mogelijk uit omdat ze grotere ogen hadden dan moderne mensen, zo blijkt uit een nieuwe studie. De oogkassen van Neanderthalers waren gemiddeld 6 millimeter groter dan bij moderne mensen. Waarschijnlijk was een groot deel van hun hersenen belast met het aansturen van deze grote ogen, waarmee ze ook in het donker relatief goed konden zien. Daardoor ontbrak het de oermensen mogelijk aan hersenscapaciteit om een sociaal netwerk op te zetten en de warme kleding te maken die nodig was om de IJstijd te overleven die Europa tegen het einde van hun bestaan teisterde. Lees meer op nu.nl.